|
Voorwoord //
Bij wijze van inleiding //
Publicaties van Geert Dibbets //
A. A. Weijnen: Tien etymologieën van dialectwoorden //
J. B. Berns: Geografie en taal-kunde. De Kaart van de Volk- en Tael-Verspreiding over Eu-ropa van Lambert ten Kate //
J. H. Brouwers: Horatius als voorbeeld en inspiratiebron in Vossius’ De imitatione //
H. M. Hermkens: Pronominale aanspreekvormen en imperatief bij de humanistische grammatici //
Wim Hummelen: Joncker Prepus Vanden Broecke //
Piet van Sterkenburg: Informeel taalgebruik uit de zeventiende eeuw. De brieven van Elant du Bois (1642-1676) //
M. C. van den Toorn: De instroom van staartelozen //
Peter Ackema: Pronominale clisis in het Middelnederlands en de verhouding tussen syntaxis en fonologie //
Roland de Bonth: De opvoeding van een halve wees. De briefwisseling tussen Balthazar Huydecoper en Pieter van der Schelling //
Lia van Gemert: De snoepige grillen van hillebillen — straatgewoel op het zeventiende-eeuwse toneel //
Hans Hulshof: Theorie, waarneming en toepassing van taalgebruik in Den Hertogs laatste schoolgrammatica //
Jos Hulsker: Naar aanleiding van de elfde stelling van Dibbets //
Maarten Klein: Eens moet het Hofwijck zijn //
C. H. Kneepkens: The Didactics of Grammar in the Late Fifteenth Century. The Exercitium puerorum grammaticale and Zenders’ Opus minus //
Anneke Neijt: De logica van de geschiedenis //
Gijsbert Rutten: Verwer, Van Hoogstraten en het verleden. De politieke betekenis van twee achttiende-eeuwse taalgeschiedenissen //
Frans A. M. Schaars: Dat den armen mijn dus derft, es geen cleijne saecke //
Paul Wackers: Het Circemetrum in de Gentse Boethius van 1485 //
Minne G. de Boer: Zonder schikkinge strooit men maar woorden in den windt. Over de taaltheorie van Lodewijk Meijer zoals die blijkt uit zijn Italiaansche Spraakkonst //
Cor van Bree: Auslautverscherping bij de oude grammatici en in de dialecten en het Fries //
Jan De Clercq: De Dictionaris In Fransoys eń vlaemsch oft neder duytsch (1552/1555) van Glaude Luython //
Nico Lioce: Barthold Henrik Lulofs (1787-1849) en zijn Nederlandsche Spraakkunst (1823) //
Jan Noordegraaf: ‘De geboorte en aenwasch der sprake’. Lambert ten Kate over de redelijke mens //
Els Ruijsendaal: De woordsoorten in de oudste Nederlandse grammatica’s. Het opbouwen van een terminologie //
Pierre Swiggers: Un manuel de didactique grammaticale: La Briefue & vtile instruction (1552) de Hector Forest "de Vaison" //
Frank Vonk: Gustav Gerber als onderwijsman //
Marijke J. van der Wal: Relativiteit in de grammaticale traditie: tussen norm en descriptie? //
INDEX NOMINUM
|