Voortgang 15 (1995): 3-89323-422-5 | •••» Autorenverzeichnis |
• • •
•• bestellen •• |
René Veenman: Martialis en het ‘Bataafse oor’ //
Marianne Peereboom: ‘Men siet hier Sappho herleeven!’ De geboorte van een cliché // Lennert Ras & Leonie Tielen: Johannes de Doper als motief in het Rederijkerstoneel en de beeldende kunst in de eerste helft van de zestiende eeuw // R. A. Naborn: Becanus’ etymological methods // Pieter van Reenen: De huus/hoes-isoglosse in Overijssel, zijn ontstaan rond 1610 en de weerlegging van de Frequency Actuation Hypo-the-sis // G. C. Zieleman: ‘Twee ongepaerde handen op een Clavecimbel’. Een ande-re interpretatien // H. Duits: ‘Gerechtigheid is lang ten zeetel uit gerukt’. Thomas Asselijns treurspel De dood van de graaven Egmond en Hoorne als reactie op de her-roe-ping van het Edict van Nantes in 1685 // G. R. W. Dibbets: Petrus Francius’ Voorrede (1699): een pleidooi voor kerkelijke welsprekendheid // J. D. F. van Halsema: ‘Een ander en beter menschesoort’. De Boerenoorlog (1899-1902) in het denken van Albert Verwey // Ad Zuiderent: Beeld, abstractie en poëtische boventonen. Over beeldgedichten en muziekgedichten // Maaike Kroesbergen: ‘Iets mooi decadents’. Muziek als interieur in Peter Ghyssaerts Cameo |