Voortgang 21 (2002): 3-89323-448-9 | •••» Autorenverzeichnis |
• • •
•• bestellen •• |
G. R. W. Dibbets: Joannes Vollenhove als dienaar des woords (7-46)
F. de Schutter: Een leerachtigh treurspel. Joost van den Vondels Adam in Ballingschap opnieuw gelezen (47-75) Arjan van Leuvensteijn, Evert Wattel: Redelijkheid, emotie en betrokkenheid in Vondels Lucifer. Een statistisch-stilistische studie naar de functie van de claus, het perceptief continuüm en het enjambement (77-111) R. A. Naborn: NT2 in New Jersey in 1730. Francis Harrisons De Engelsche en Nederduytsche School-Meester nader bekeken (113-142) Kees Dekker: Lambert ten Kate Hermansz. en Franciscus Junius: "Spoorzoekers in dit groote Woorden-woud" (143-167) L. van Driel: De oude Van Dale. Inrichting en inhoud van het eerste woordenboek van J. H. van Dale (1828-1872) (169-206) Rob van de Schoor: Sam Jan en de Noorderlingen. Drie Groningse dichters corresponderen met Sam Jan van den Bergh (1837-1848) (207-251) Céserine Abbenes: "Fraye historie ende al waer". Over fictie en werkelijkheid in Karel ende Elegast (253-273) Marlies Dijkstra: De tegenstelling als krachtig propagandainstrument. De werking van de semantische tegenstelling in een propagandistisch ontmythologiserings- en mythologiseringsproces (275-311) Sander Turnhout: De poëtica van de literaire kritiek in de Nederlandse literaire tijdschriften 1956-2000 (313-385) |