Voortgang 25 (2007): 978-3-89323-725-9 | •••» Autorenverzeichnis |
• • •
•• bestellen •• |
Simon Smith: Een vermakelijk verhaal. Over humor in Die Riddere metter Mouwen (pp. 7-66) //
Willem Kuiper: Die Destructie van Jherusalem in handschrift en druk (pp. 67-88) // Heleen van Duijn: De Sprachskepsis voorbij. Onderzoek naar de functies van taal in Eva en To the Lighthouse (pp. 89-121) // Sander Bax: De elite van vandaag. De schizofrene receptie van Menno ter Braak in het literaire tijdschrift Tirade (pp. 123-144) // Jan Posthumus: De lexicografische activiteiten van de familie Calisch (pp. 145-208) // L. van Driel: Nederlandse taalkunde in de negentiende eeuw - een overzicht (pp. 209-275) // Frank Vonk: Karl Bühlers nagelaten taaltheoretische manuscripten (1934-1938): taalhandeling en taalproduct (pp. 277-292) // Cecile Portielje: Beste Bob, beste oom. Uit de briefwisseling tussen C.C. Uhlenbeck (1866-1951) en E.M. Uhlenbeck (1913-2003) (pp. 293-309) // Joop Malepaard: Inverse disjuncties (pp. 311-360) // Theo Janssen: Anticognitivisme in cognitieve linguïstiek (pp. 361-372) // Ina Schermer: Wat doet dat woord daar, zeg? Over het tussenwerpsel zeg (pp. 373-385) // Wim Honselaar: Complementen met en zonder met bij werkwoorden van 'toenemen' en 'afnemen' (pp. 387-400) // Saskia Daalder: Een blik in het verleden van een voegwoord: mits in zijn functie van voorzetsel in ouder en nieuwer Nederlands (pp. 401-419) |