Voortgang 26 (2008): 978-3-89323-726-5 | •••» Autorenverzeichnis |
• • •
•• bestellen •• |
Johan H. Winkelman: 'die greue bernhart sprac do' (Trierse Floyris, vers 273). Het signale ent van een ecenas (pp. 7-27) //
Simon Smith: Ywein metten lybaerde. Over een curieuze episode in Die Riddere metter Mouwe (pp. 29-73) // Roel Zemel: Op weg naar de vierde 'bede' in de Roman van Walewein (pp. 75-92) // Luc de Grauwe: Tweemaal Oudnederlands, of toch maar ten dele: Jan van Houts godsvrucht en vogelnesten (opnieuw) in de arena (pp. 93-105) // G.R.W. Dibbets: Taalgebruik in De Heuiters Nederduitse orthographie (1581) en Spiegels Twe-spraack vande Nederduitsche letterkumst (1584) (pp. 107-144) // Gijsbert Rutten: Heulen met Van Heule. Gerard Outhof en zijn editie (1733) van de geslachtslijst van David van Hoogstraten (pp. 145-177) // W.R.D. van Oostrum: Zeer vroeg werk van Juliana Cornelia de Lannoy (pp. 179-192) // Klaas Driebergen: Lering en vermaak bij Bommel. Bijbelse intertekstualiteit in De Grote Onthaler van Marten Toonder (pp. 193-220) // Minne G. de Boer: Tussenwerpseltheorieën (pp. 221-252) // Joop Malepaard: Anticipatie en versnelde successie als referentie van inverse disjuncties met nog niet en nog niet eens (pp. 253-297) // Cecile Portielje: Beste Bob, Beste Oom (slot) (pp. 299-324) // Gerrold van der Stroom: Sicherheitsdienst aan Germanisches Forschungsinstitut in den Niederlanden: Jac. van Ginneken "deutschfeindlich" (pp. 325-363) // Saskia Daalder: Voor- en tegenspoed in de bezettingstijd. Nogmaals Jac. van Ginneken (1877-1945) en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (pp. 365-383) // Gerrold van der Stroom: Dupliek (pp. 385-388) // -- Personalia |