Voortgang 27 (2009): 978-3-89323-727-2 | •••» Autorenverzeichnis |
Simon Smith: Ware minnaars en valse vrijers. Over de liefdesthematiek in Die Riddere metter Mouwen (pp. 7-23) //
Ludo Jongen: Wanneer het God behaagt. [Kritische editie met hertaling en inleiding van Vander vernieuwingh des sepulturen vander helegher moedere, zuster Coletten, zoet oec breeder bescreven staet inden anderen bouc voeren gheteekent aldus: Eene memorie ofte cronike vanden conventen van Sinte Colette met meer ander zaken (Gent, Monasterium Bethlehem/Zusters arme clarissen-coletienen,handschrift 70)]. (pp. 23-56) // Bettine Siertsema: De dichter, de historicus en de profeet. Intertekstuele elementen in 'Voor dag en dauw' [Martinus Nijhoff (1937)] (pp. 57-84) // Luc Renders: De onmogelijkheid van troost. Memorandum van Marlene van Niekerk en Adriaan van Zyl (pp. 85-102) // Kees de Graaf: Ironie, een pragmatisch-linguïstische benadering en omschrijving (pp. 103-136) // Els Ruijsendaal: Grammatikographie in den Niederlanden bis zum 20. Jahrhundert. Ein Aufriß (pp. 137-163) // Els Elffers: Semantiek en Linguïstisch Relativisme. Een vergelijking tussen Saussureaans Structuralisme en Cognitieve Linguïstiek (pp. 165-195) //
|