Voortgang 28 (2010): 978-3-89323-728-9 | •••» Autorenverzeichnis |
Ariane van Santen: Betekenis: de sturende kracht van woordvorming (pp. 7-27) //
Folgert B. Karsdorp, Barend F. Beekhuizen: Regelmaat in een regelloos systeem. De Nederlandse superlatief (pp. 29-50) // Matthias Hüning: Productiviteit in taal en taalgebruik. Overwegingen vanuit een diachroon perspectief (pp. 51-69) // Johan De Caluwe: Woordvorming in onomasiologisch perspectief. Een case study uit het Nederlands (pp. 71-91) // Jan Posthumus: De Vooys en de vreemde woorden (pp. 93-116) // Lucien Custers: De verbeelding van de gescheidenheid. Albert Verwey en J. A. dèrMouw (pp. 117-134) // Rick Honings, Gijsbert Rutten: De droom van Hendrik van Wijn. Een interdisciplinaire illustratie van de genootschappelijke praktijk (pp. 135-162) // Gerrold van der Stroom: De tolerantie van vader en zoon Hooft, toegespitst op de positie van de Joden (pp. 163-211) // Willem Kuiper: Valentijn ende Oursson (pp. 213-245) //
|